-
1 jemandem einen Schaden zufügen
————————Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem einen Schaden zufügen
-
2 Schaden
Schaden〈m.; Schadens, Schäden〉2 schade, beschadiging ⇒ defect, gebrek♦voorbeelden:Schaden davontragen, erleiden • schade oplopen, lijden; nadeel ondervindenes soll dein Schaden nicht sein • het zal niet in je nadeel zijner nimmt Schaden an seiner Gesundheit • zijn gezondheid lijdt eronder, wordt erdoor geschaad〈 informeel〉 ab, fort, weg mit Schaden! • weg ermee!〈 formeel〉 zu Schaden kommen (bei) • verlies lijden (bij), nadeel ondervinden (van)〈 spreekwoord〉 wer den Schaden hat, braucht für den Spott nicht zu sorgen • wie de schade heeft, heeft de schande erbijzu Schaden kommen • letsel oplopen, gewond raken -
3 zufügen
zufügen1 toevoegen, berokkenen♦voorbeelden:¶ 〈 spreekwoord〉 was du nicht willst, das man dir tu, das füg auch keinem andern zu • wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet -
4 tort
tort [tor]〈m.〉1 ongelijk ⇒ fout, schuld2 (aangedaan) onrecht ⇒ nadeel, schade♦voorbeelden:divorce prononcé aux torts réciproques • echtscheiding uitgesproken tegen beide partijenil n'a aucun tort • hem valt niets te verwijtenavoir tort • ongelijk hebben, het mis hebbendonner tort à qn. • iemand ongelijk gevenmettre qn. dans son tort • iemand in 't ongelijk stellen, zorgen dat iemand ongelijk krijgtse mettre dans son tort • verkeerd handelense sentir dans son tort • zich schuldig voelenà tort • ten onrechteà tort ou à raison • terecht of ten onrechteà tort et à travers • in het wilde weg, lukraakêtre en tort, dans son tort • schuld hebben, in 't ongelijk zijnc'est un tort • dat is onjuist→ absent, redresseurfaire (du) tort à qn. • iemand nadeel, schade berokkenen, iemand te kort doenm1) ongelijk2) nadeel, schade3) schuld4) fout -
5 disservice
n. slechte dienst, schade, nadeel[ dissə:vis]1 slechte dienst ⇒ schade, nadeel♦voorbeelden:1 do someone a disservice • iemand een slechte dienst bewijzen/schade berokkenenbe of great disservice to something • erg schadelijk voor iets zijn -
6 harm
hoge snelheids antiradiatie rakettenHARM (High-speed Anti-Radiation Missile)harm1[ ha:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:she came to no harm, no harm came to her • er overkwam/geschiedde haar geen kwaaddo someone no harm • iemand geen kwaad doenout of harm's way • in veiligheid————————harm2〈 werkwoord〉1 kwaad doen ⇒ schade berokkenen, letsel toebrengen♦voorbeelden: -
7 faire tort à qn.
faire (du) tort à qn.iemand nadeel, schade berokkenen, iemand te kort doen -
8 do someone a disservice
iemand een slechte dienst bewijzen/schade berokkenen -
9 antun
antun♦voorbeelden:jemandem eine Wohltat antun • iemand een weldaad bewijzenjemandem, einer Sache Schaden antun • iemand, iets schade toebrengen〈 formeel〉 jemandem, sich Zwang antun • iemand, zich dwingenvon der Musik angetan sein • van de muziek verrukt, weg zijn
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский